vladerack logo

Pastorie en Heilig Hartbeeld


In 1856 betrok de Geffense pastoor de nieuwgebouwde pastorie. In die tijd was dit, op de kerk na, het grootste en mooiste gebouw van het dorp. Opvallend is dat de nieuwe pastorie tegen een ouder gebouw (vermoedelijk 17e eeuws) aangebouwd is. Aan de achterzijde bevinden zich twee geschilderde schijnramen. Alle vensters bestaan uit Tudorboogvensters, waarboven gestucte wenkbrauwbogen zijn aangebracht.
Het gebouw van twee bouwlagen onder schilddak met geprofileerde daklijst heeft een vierkant grondplan en telt zowel in de lengte- als de breedterichting drie traveeën. Het heeft een aanbouw aan de achterzijde en een recente aanbouw aan de westgevel. Het is opgetrokken uit machinale baksteen met enkele natuurstenen elementen en gestucte ornamenten.

Het schilddak is gelegd met gesmoorde Tuile du Nord-pannen. Een tweetal achthoekige schoorstenen van gestuct metselwerk steekt uit de nok van het dak omhoog. De zuid-, west- en oostgevel kennen een naar voren uitstekend middentravee die doorloopt tot boven de dakrand en eindigt in een spitse tuitgevel. Alle vier de hoekpilasters zijn per verdieping voorzien van Neogotische gestucte lijsten en driepassen. Dit met uitzondering van de noordoostelijke hoekpilaster, waar de lijsten ontbreken ter hoogte van de benedenverdieping; vermoedelijk vanwege een vroegere aanbouw.

Pastorie in de jaren ‘60


Licht geornamenteerde muurankers bevinden zich zowel ter hoogte van de eerste verdieping als ter hoogte van de zolderverdieping. Rondom is een gestucte geprofileerde plint aangebracht. Alle vensters bestaan uit Tudorboogvensters, waarboven gestucte wenkbrauwbogen zijn aangebracht. De onderdorpels zijn van natuursteen.
De ijzeren kozijnen met klapramen, die na de Tweede Wereldoorlog zijn geplaatst, volgen de oorspronkelijke houten roedenverdeling. Alleen in het trappenhuis is nog een oorspronkelijk houten kozijn aanwezig. Een tweetal geschilderde schijnramen bevindt zich in de noordgevel. De meest oostelijke daarvan wordt doorsneden door het zadeldak van de aanbouw. Het gedeelte dat zich onder het dak bevindt, is nog voorzien van de oorspronkelijke beschildering met gordijnen en kwastjes. Een tweetal vensters in de westgevel op de eerste verdieping is geblindeerd.
De voordeur, bestaande uit een houten paneeldeur onder een vierdelig bovenlicht met gestucte wenkbrauwboog, bevindt zich centraal in de oostgevel en wordt via een drietal treden bereikt. Het bovenlicht is met glas-in-loodramen gevuld. De buitendeur in de westgevel, die in het interieur onder het trappenhuis uitkomt, ligt ter hoogte van het maaiveld en gaf vroeger toegang tot gang naar het kerkgebouw. Deze deur grenst nu aan de aanbouw van 1997, die buiten de bescherming valt. De achterdeur heeft een bovenlicht onder Tudorboog, bezet met een glas-in-loodraam.

De originele houten trap


De indeling van het interieur, zowel op de begane grond als op de verdieping en zolder, is ongewijzigd. Het trappenhuis met eikenhouten trap en balustrade is nog oorspronkelijk. In de gang liggen natuurstenen plavuizen in zand. De plafonds in de gang zijn nog voorzien van Neogotisch stucwerk. Hetzelfde geldt voor de plafonds in de achter- en een voorkamer alsmede in een achterkamer op de verdieping. De Neogotische paneeldeuren zijn gezet in deurposten met afgeronde hoeken. De noordoosthoek van het gebouw is onderkelderd. De kelder bezit twee kruisende tongewelven en een waterput. De keldervloeren zijn gelegd met keramische plavuizen in zand. In de kelder bevindt zich een waterput.
Op de grote open zolder zijn de oorspronkelijke dakspanten deels voorzien van pen-gatverbindingen en deels met spijkers verbonden.

Rechts de oudere aanbouw

De eenlaags aanbouw onder zadeldak aan de achterzijde heeft vermoedelijk een oudere oorsprong dan de pastorie, maar dateert in zijn huidige verschijningsvorm in Traditioneel-ambachtelijke stijl uit het interbellum. Het gebouwtje is opgetrokken uit machinale baksteen en het dak is belegd met Tuile du Nord-pannen.

In de langsgevel is een viertal rechtgesloten vensters geplaatst met tweedelige houten ramen onder vierruits bovenlichten. Alle ramen zijn van luiken voorzien. In de dwarsgevel die langs de pastorie uitsteekt, is een enkel raam aangebracht. Uiterst rechts in de gevel is een houten deur onder segmentboog aangebracht. Centraal in de achterste zijgevel is een houten deur geplaatst onder rondboog, die aan beide zijden wordt geflankeerd door een drietal kleine rechtgesloten vensters. Op de verdieping bevindt zich een houten laaddeur onder rondboog. Op de zolder treffen we het eerdergenoemde geschilderde fragment van een schijnvenster aan.


Waardering volgens Rijksmonumenten:
Het object is van algemeen belang. Het heeft cultuurhistorische waarde als vroege uiting van het Katholieke emancipatiestreven. Het heeft architectuurhistorische waarde als goed en vroeg voorbeeld van Neogotiek. Het heeft ensemblewaarde vanwege de functionele samenhang met de kerk, die bescherming geniet als rijksmonument. Het object is bijzonder gaaf bewaard gebleven, met name de zeldzame raambeschildering en de oorspronkelijke elementen, en is betrekkelijk zeldzaam als voorbeeld van een Neogotische pastorie.

Heilig Hartbeeld met siervazen

De devotie tot het Heilig of Allerheiligst Hart van Jezus is een uitdrukking voor een specifieke spiritualiteit, zoals deze in de Rooms-Katholieke Kerk vorm krijgt. De verering van Jezus Christus krijgt vorm vanuit de liefde en barmhartigheid, die worden gesymboliseerd door Jezus’ Hart. Een passage uit het Evangelie volgens Johannes, waar Jezus’ zijde door een lans doorboord werd, waaruit bloed en water stroomden, speelt in deze mystieke vroomheid een grote rol.

Aan het eind van de 19e en begin van de 20e eeuw kreeg de Heilig Hartverering nieuwe impulsen, onder invloed van het Eerste Vaticaans Concilie. Het werd een van de kernsymbolen in de katholieke sociale doctrine in de strijd tegen het opkomende socialisme. De opkomende industrialisering zorgde voor een proletarisering van de voorheen vrijwel automatisch katholieke plattelandsbevolking. De democratie met algemeen kiesrecht deed haar intrede. De overheid en samenleving waren seculier geworden. Vakbonden werden opgericht, onderwijs en sociale kwesties kwamen op.

De Heilig Hartverering zou persoonlijke vroomheid met sociale actie in het teken van naastenliefde moeten stimuleren. Zo werden in deze periode honderden Heilig Hartbeelden op pleinen en straten in woonwijken geplaatst en tientallen parochiebroederschappen gesticht met het doel de Heilig Hartverering te verdiepen.

Heilig Harthulde in de jaren ‘30

Geffen kreeg ook zijn Heilig Hartbeeld. In 1930 werd, ter ere van het 40-jarig priesterjubileum van pastoor Van Dun, deze beeldengroep door de parochianen aangeboden. De beeldengroep, bestaande uit een Heilig Hartbeeld geflankeerd door een tweetal siervazen.

Alle drie de onderdelen zijn van dezelfde natuursteen vervaardigd. Het centrale beeld is op een hoge vierkanten, tapstoelopende sokkel geplaatst. Het bestaat uit een frontale, hoog oprijzende Christusfiguur in geplooid gewaad. Hij heeft de rechterarm geheven en houdt in de linkerhand een vlammend hart voor de borst.
Op de voorzijde van de sokkel is de volgende inscriptie aangebracht: “HEILIG HART/ VAN/ JESUS/ ZEGEN ONS”.
De achterzijde bevat de inscriptie: “DEN ZEER EERW. HEER PASTOOR L. VAN DUN/ DOOR DE DANKBARE PAROCHIANEN AANGEBODEN 1 JUNI 1930”. Aan beide zijden wordt het beeld geflankeerd door een natuurstenen siervaas uit een stuk. Op de brede vierkanten voet staat een uit vier zuilen samengestelde schacht, die op zijn beurt een schaalvormige bekroning draagt. Op de bekroning zijn bloemmotieven uitgehouwen.

Waardering van Rijksmonumenten:
Het object is van algemeen belang. Het heeft waarde als onderdeel van het complex bestaande uit pastorie en kerk. Het heeft kunsthistorische waarde als representant van de stijlperiode van de Art Nouveau. Het is van belang vanwege de artistieke kwaliteiten van het beeldhouwwerk. Het is gaaf bewaard gebleven. Het is betrekkelijk zeldzaam als voorbeeld van een Heilig Hartbeeld in Art Nouveaustijl.

meer bijzondere plekken