vladerack logo

Historisch Kerkhof

Begraven was eeuwenlang de enige vorm van lijkbezorging in Nederland. Lange tijd werd men rond, maar vooral in de kerk begraven. Als het kon, zo dicht mogelijk bij het altaar waarvan de heiligheid af zou stralen op de overledenen. Rond het altaar lagen vanzelfsprekend ook de
duurste plaatsen. Hoe verder van het altaar verwijderd, hoe lager de tarieven werden. 

Zelfmoordenaars en ongedoopte kinderen werden helemaal op afstand gehouden, zij mochten niet in gewijde grond liggen. Door de bevolkingsgroei werd al in de zeventiende eeuw het ruimtegebrek nijpend. Begraven werd er tot dan toe in en rond de kerk, midden in de stad of het dorp.

Begraven in een kerk

Toen er tegen het einde van de achttiende eeuw meer inzicht kwam in het belang van hygiëne en het gevaar van besmetting gingen onder verlichte geesten steeds meer stemmen op het begraven in de kerk te verbieden en de begraafplaatsen naar een plaats buiten de stad te verplaatsen. 

In Frankrijk was men op dit gebied al wat verder. Napoleon verbood de kerkbegrafenissen in 1804. Nadat Nederland deel ging uitmaken van het Franse keizerrijk werd ook in ons land het begraven in de kerk officieel verboden. Maar het oude gebruik bleek zo sterk geworteld in de Nederlandse uitvaartcultuur, dat het besluit na het vertrek van de Fransen in 1813 direct weer ongedaan gemaakt werd. Pas in 1829 vaardigde koning Willem I opnieuw een verbod uit. Nieuwe begraafplaatsen moesten voortaan buiten de bebouwde kom worden aangelegd, maar er werden nog lange tijd ontheffingen verleend. De Geffense begraafplaats lag rondom de kerk en na ruimtegebrek werd het kerkhof uitgebreid in de voormalige tuin van de pastorie.

Het Geffense kerkhof, jaren ‘60

Niet iedereen wordt begraven. Crematie heeft vooral vanaf eind jaren zestig van de vorige eeuw een flink aandeel gewonnen. De groei is er nog steeds, maar gaat de laatste jaren langzamer. Er is nu een lichte voorkeur voor cremeren. In 2003 werden er voor het eerst meer mensen gecremeerd (50,6%) dan begraven. In 2011 was dit 58,4%.
Door invoering van grafrechten waarvoor men moest betalen, werden in de loop van tijd graven geruimd. Gevolg daarvan is dat steeds meer oudere graven verdwijnen en daarmee ook een tastbare herinnering aan een begraafcultuur. 

De wens om oude graven te behouden voor de toekomst bestond al langer. De dood van Ida van Kreij op 12 juli 2003, en haar wens om op de plek van haar broer begraven te worden, zette het een en ander in beweging. Broer Jan, omgekomen tijdens het ‘vergis’-bombardement van Nijmegen (22 februari 1944) lag begraven onder een zerk waarop dit bombardement vernoemd was. Het bewaren van deze zerk was een wens van Ruud Verhagen, lid heemkundewerkgroep ‘Vladerack’. 

De zerk van Jan van Kreij

Maar waar deze zerk bewaren? Na overleg tussen de heemkundewerkgroep en de parochie werd besloten om een plek bij de bomen op het kerkhof te reserveren. Daar kunnen grafzerken en grafstenen, waarvan de grafrechten vervallen zijn, maar die van historische waarde zijn worden neergezet.

Aanleg historisch kerkhof

Op 16 oktober 2005 werd het ‘Historisch kerkhof’ geopend in het bijzijn van gemeente en parochie. Doel van deze verzameling is om de geschiedenis van het begraven te bewaren.

meer bijzondere plekken